We zijn allemaal deel van een soep. – Ik las “Kaas & de evolutietheorie”.

“We zijn allemaal deel van een soep.” Ik denk dat dit wel zo’n beetje de meest bizarre titel is die ik tot nu toe geschreven heb. Jammer genoeg heb ik hem ook niet voor de volle 100% zelf bedacht. Ik haalde de inspiratie voor deze titel uit het boek “Kaas en de evolutietheorie” geschreven door Bas Haring. In dit boek lees je alles over, hoe verrassend, de evolutie van dieren, planten en mensen. Ik vertel je er graag meer over.

Op een heldere en eenvoudige wijze legt het boek uit hoe we van een grote levenloze soep vol moleculen naar de wereld van vandaag zijn geëvolueerd. Met duidelijke en herkenbare voorbeelden wordt aangetoond dat kenmerken van dieren wel eens kunnen veranderen doordat er ergens in het kopiëren van de genen iets fout liep. Als die veranderde kenmerken ervoor zorgen dat deze dieren langer leven en dus meer kans maken om zich voort te plannen, dan blijven die kenmerken behouden en ontstaat er langzaam aan een nieuwe soort. Zo waren ijsberen ooit bruin, maar dat was niet zo handig voor het leven in de sneeuw.

Ook verklaart het boek dierlijk en menselijk gedrag aan de hand van deze theorie. Blijkbaar leven en werken mensen samen omdat dat voordelen oplevert voor iedereen. Toch zal bijna niemand dit als reden geven voor het graag samenzijn met anderen. De meerderheid onder ons vindt samenleven gewoon gezellig. Bekijk je het vanuit de evolutietheorie, dan zou je kunnen zeggen dat ergens in de geschiedenis mensachtigen ontstonden die een gen hadden dat bepaalde dat ze graag bij soortgenoten waren. Deze groep mensachtigen ging zich daardoor anders gedragen. Ze bleven bij elkaar en “zorgden” voor elkaar. Hierdoor hadden ze meer overlevingskansen dan mensachtigen die dit niet deden. Als een grotere overlevingskans garant staat voor meer nakomelingen en we gaan ervan uit dat dit “sociale” gen via overerving werd doorgegeven, dan ontstonden er steeds meer mensachtigen die in groep gingen leven. De mensachtigen die dit niet deden, stierven uit, aldus de evolutietheorie.

Ook moraal en de begrippen “goed” en “slecht” worden bekeken door een evolutionaire bril. Wat we nu “goed” of “slecht” vinden, kan vroeger wel eens anders geweest zijn en zal in de toekomst misschien ook weer anders zijn. Elk gedrag dat een positieve uitkomst heeft op het voortbestaan van onze soort zou je kunnen zien als “goed” en al de rest als “slecht”. Nu heeft elke cultuur wel een ander beeld over hoe we als soort zouden moeten voortbestaan. Je zou dus kunnen zeggen dat de moraal in elke cultuur wel wat verschilt van elkaar. Soms zijn er grote verschillen en soms eerder kleine. Als de ene cultuur dan ook nog zijn moraal wil opdringen aan een andere cultuur, dan kan ik het resultaat alleen benoemen als miserie.

Een interessant vraag in “Kaas en de evolutietheorie” is waarom wij, mensen, als soort nu zo bezig zijn met ons voortbestaan. Als we dood zijn, merken we toch niet dat de mensheid overleeft? Toch zetten we elke dag alles op alles om een goede toekomst voor ons nageslacht te verzekeren. Al moet ik hierbij toch kritisch opmerken dat je maar even naar het nieuws moet kijken om te zien dat niet iedereen hier even hard of even slim mee bezig is. Zo zijn er bepaalde clowns die denken dat de uitbreiding van hun grondgebied goed is voor ons voortbestaan. Dat er ondertussen duizenden mensen sterven, is dan maar een akkefietje voor hen. Dan zijn er nog anderen die zo enorm overdrijven met hun idee over het voortbestaan van onze soort dat ze homoseksualiteit, anticonceptie en abortus veroordelen en verbieden. Als ik dan de WK-ambassadeur uit Qatar hoor praten over hersenschade, dan weet ik toch zeker bij wie de hersenschade eigenlijk echt zit. (Tip: Het zit niet bij degenen waar de ambassadeur over sprak.)

Ok, terug naar het boek. Ik wil nog vertellen dat elk hoofdstuk verder bouwt op de inzichten die je opdeed in het vorige hoofstuk. Zo wordt een ingewikkelde materie plots heel behapbaar. Door de eenvoudige taal en voorbeelden die we ons allemaal voor het oog kunnen halen, leest het boek vlot weg. Ik zat zo in het verhaal dat zelfs een migraineaanval er niet voor kon zorgen dat ik het boek weglegde en op zoek ging naar een donkere kamer. Ik vind het dus echt een goed boek, indien je dit nog niet begrepen had.

Dus bij deze een oproep aan alle leerkrachten biologie, natuurwetenschappen en anderen die ooit willen lesgeven over de evolutietheorie:

Laat je leerlingen “Kaas en de evolutietheorie” lezen en ze zullen je les een stuk beter begrijpen.

Ben jij geen leerkracht of leerling, maar wil je volgende dingen graag weten:

  • Waarom willen krokodillen kinderkrokodilletjes?
  • Waarom is het normaal dat mannen meer bedpartners hebben dan vrouwen?
  • Hoe komt het dat een brandweerwagen rood is en een ijsbeer wit?
  • Wat is de rol van God binnen de evolutietheorie?
  • Hoe ontstond kaas?

Lees dan ook “Kaas en de evolutietheorie” van Bas Haring!

Meer info over het boek:

Kaas en de evolutietheorie

Eén reactie

Plaats een reactie