De toren van Babel in je klas? – Over thuistaal en standaardtaal.

Tijdens mijn dagelijkse zoektocht naar meer kennis over onderwijs, de Nederlandse taal en over cultuur kwam ik toevallig op de website van de N-VA uit. Hier stond een opinieartikel van Ben Weyts over het project van de Vlaamse gemeenschapscommissie dat meertaligheid en het gebruik van de thuistaal in de lessen wil stimuleren. Het zou hierbij om Brusselse scholen gaan. Aan degenen onder jullie die wat bekend zijn met onze Belgische politiekers zou ik even willen vragen je ogen te sluiten en je de reactie van Ben Weyts op dit project in te beelden. Ik durf te wedden dat je al weet welke mening onze onderwijsminister is toegedaan. Toch wil ik er in deze blogpost wel een woordje over kwijt. Ik beloof hierbij plechtig dat het meer over thuistaal zal gaan dan over Meneer Weyts.

Om te beginnen, moeten we het misschien eerst hebben over thuistaal. Ik zou durven zeggen dat thuistaal die taal is die je gebruikt onder vrienden en familie in je vrije tijd. Taal die je thuis spreekt dus en niet op school, want de taal die je op school spreekt, noemen we schooltaal. (Hootsen, 2022) Nu wil ik hier al een kleine nuancering aan geven. Na één dag stage op een secundaire school heb ik al gemerkt dat leerlingen blijkbaar het verschil niet weten tussen thuis en school, want veel schooltaal heb ik onder de leerlingen niet gehoord. Als ik het dus heb over schooltaal dan bedoel ik de taal die leerkrachten in de les gebruiken en waarvan verwacht wordt dat ook leerlingen deze gebruiken.

De schooltaal in Vlaanderen is het Algemeen Nederlands. De thuistaal kan eender welke taal ter wereld zijn en ook het streekdialect hoort hierbij. Het project van de Vlaamse gemeenschapscommissie wil deze thuistaal nu ook op school en in de les introduceren. Dit zou betekenen dat er in de klas tijdens samenwerkingsopdrachten Spaans, Russisch, Chinees, … mag gepraat worden. Als de betrokken leerlingen elkaar maar begrijpen, dan kan het. De leerkracht die dan rondwandelt in de klas heeft eigenlijk geen idee waar de leerlingen over praten tijdens de opdrachten. Tenzij zij* natuurlijk alle talen van haar leerlingen kent. Heel eerlijk vind ik dit als toekomstig leerkracht, die zich best veel zorgen maakt over klasmanagement, wel een probleem. Een klas begeleiden in het leerproces is al lastig genoeg. Laat staan dat je je leerlingen tijdens de les ook nog niet begrijpt. Ik mag dan heel leergierig zijn en openstaan voor diversiteit, maar toch denkt het stressmannetje in mijn hoofd op dit moment dat ik teveel werk heb om ook nog eens de meest voorkomende talen onder mijn toekomstige leerlingen te gaan leren.

Van onze onderwijsminister hoor ik nog andere argumenten. Hij geeft aan dat hoe meer diversiteit er is in onze samenleving, des te meer nood is er aan verbondenheid door één gemeenschappelijke taal. Daarnaast lees ik in zijn artikel ook nog dat we de achteruitgang van het Nederlands moeten tegengaan. Volgens Ben Weyts zullen onze taalvaardigheden zeker niet vooruitgaan als er minder Nederlands wordt gesproken. We scoren op onderzoeken al slechter op leesbegrip ed. Ocharm de minister, die zo graag wil excelleren. Van onderzoeken gesproken, er is zogezegd geen enkel wetenschappelijk bewijs voor het nut van thuistaal in het onderwijs.

Na wat speurwerk ontdekte ik op de website van de Stad Gent een interview met GOK-coördinatrice Evy Ho Tiu van de school Sint-Gregorius. Zij geeft aan dat er wel degelijk stevig gefundeerd onderzoek naar de inzetbaarheid van meertaligheid in het onderwijs is. Samen met haar team contacteerde ze het Onderwijscentrum Gent om op hun school in te zetten op meertaligheid. Zo hingen ze op belangrijke plaatsen in de school bordjes op met woorden zoals WC, secretariaat, … in verschillende talen. Er is een meertalig liederenboek en vlaggen van verschillende landen hangen uit op de speelplaats. Het welbevinden van de leerlingen op deze school zou nu er plaats is voor hun thuistaal hoger zijn. Ook is het sindsdien makkelijker om ouders te betrekken bij het schoolgebeuren. Alleen maar voordelen dus?

In 2020 al berichtte De Morgen dat Groen in het parlement pleitte voor het gebruik van thuistaal in het onderwijs. Naar mijn mening is dit een “heet” thema dat zal blijven terugkomen. De vraag is: “Wat willen we eigenlijk?”. Willen wij taalvaardigheden in het Nederlands van expertenniveau? Of willen we dat onze zeer diverse leerlingen op alle mogelijke manieren ondersteund worden in hun leerproces? Heeft meertaligheid hier invloed op? Door de berichten die ik gelezen heb, geloof ik er ondertussen wel in dat de thuistaal behoort tot de identiteit van de leerling. Het klinkt ook geloofwaardig dat dit stukje identiteit volledig verbannen van school nefast zou kunnen zijn voor het welbevinden van de leerling. Een goed beleid omtrent waar en wanneer je thuistaal dan in een school toelaat, lijkt me noodzakelijk.

Wat de toekomst ook zal brengen, ik kan alleen maar hopen dat we ons verschil in taal kunnen overstijgen en verbondenheid vinden bij elkaar door het feit dat we allen mensen zijn die willen communiceren met elkaar. Laat ons geen situaties uit de Bijbel creëren waar we met z’n allen een Toren van Babel willen bouwen, maar daar niet in slagen door miscommunicaties.

Zo, ik heb mijn zegje hierover gedaan, maar wat denk jij? Sta jij open voor thuistaal op school? Hoe zou jij dit aanpakken?

* Voor de leesbaarheid kies ik voor zij en haar, maar ik heb het hier over alle mogelijke genderidentiteiten.

Bronnen:

Eén reactie

  1. Als taalkundige vind ik dit artikel echt boeiend.

    Taal is altijd de reflectie geweest van de maatschappij. Als je de etymologie van bepaalde woorden bestudeert, sta je soms versteld van hoe bepaalde oorlogen, bezetting van andere landen, volksverhuizingen, technologische ontwikkelingen e.d. invloed hebben gehad.

    Ik denk zelf: grijp in als het echt niet anders kan en “trust the process”. Het komt goed.

    Like

Plaats een reactie